Vorige week zat ik samen met mijn oudste dochter mijn fotoalbum van vroeger te bekijken. Met leuke reacties van haar kant.” Aah, je was wel echt schattig vroeger” ( baby foto’s) tot “ wat een haar “ ( jaren 80) en een schrikreactie:”Goh, je lijkt wel een jongen. Deed je niet zoveel aan je kleding?” Kleding is voor haar, net als voor veel meisjes van haar leeftijd, een belangrijk item. Ik zie regelmatig rokjes en hakken, iets wat ik pas voor het eerst droeg bij mijn eerste baan. Als ik op een dag dat ik niet werk, me in een comfortabele fleece trui hul, krijg ik steevast de opmerking; “het gaat niet om comfortable maar om fashionable, mam!”
Het is wat met de kleding. Een vriendin van mij werkt bij een bedrijf waar er verplichte werkkleding is. Dat lijkt makkelijk omdat je nooit hoeft te denken wat je aan moet, maar als ik de verhalen hoor over weinig flatteuze rokken tot over de knie en bandplooibroeken dan weet ik niet of je daar nu zo blij mee moet zijn. De werkgever kan volgens het instructierecht kledingvoorschriften aangeven waar de werknemers zich bij uitoefenen van hun functie aan dienen te houden. Kledingvoorschriften zijn er voor de representativiteit, hygiëne en veiligheid. Dat laatste is een ander verhaal. Werkgevers hebben de wettelijke verplichting om voor hun medewerkers maatregelen te nemen met betrekking tot veiligheid en gezondheid. Denk bijvoorbeeld aan veiligheidsschoenen, brandwerende kleding of een helm. Maar als het gaat om representativiteit dan kom je al in een wat grijzer gebied. Medewerkers van de Zwitserse zakenbank UBS weten sinds kort, precies hoe het moet. Ze ontvingen een 43 pagina’s tellend boekwerk over hoe ze zich moeten kleden. De kostuums moeten blauw of grijs zijn, de schoenen uitsluitend zwart en natuurlijk elke dag een andere das. Geen opzichtige sieraden of trendy bril, maar wel een duidelijk zichtbaar gedragen horloge want dat onderstreept de punctualiteit van de bank. De mannen moeten elke 4 weken naar de kapper en de vrouwen moeten hun teennagels vijlen om beschadigingen aan de panty te voorkomen. Het eten van knoflook en uien is alleen toegestaan op zon- en feestdagen. Aftershave moet direct na het douchen worden aangebracht, want dan staan de poriën goed open. En de kleur van het ondergoed mag niet afsteken bij de kleur van de kleding. Kijk, dat zijn dingen waar je wat aan hebt!

Over het algemeen kun je je het beste aanpassen aan de gangbare manier van kleden op je werk. Dat geldt overigens ook voor een sollicitatiegesprek. Hoe meer je aansluit bij wat bij dat bedrijf gebruikelijk is, hoe beter het is. Zo belde ik ooit naar mijn stageadres om te vragen of het gewenst was dat ik een rok zou dragen. Dat vind ik achteraf toch best goed van mezelf. En ook al ben ik dan niet elke dag even fashionable, als je op de juiste plaats en op het juiste moment weet te kleden, dan komt het goed. Die tip geef ik mijn dochter mee!

Jacqueline van Vreden

Eerder verschenen in Tubantia