Vorige week kreeg mijn zus een lijvig rapport in haar postbakje met het mission statement van het bedrijf waar ze werkt. ‘Iets over een missie, ik heb het nog niet gelezen want het is een heel lang verhaal’, zo vertelde ze. Zoals de missionaris vroeger op pad ging met het geloof, heeft een beetje professionele organisatie tegenwoordig ook een missie. Of het nu een productiebedrijf, een supermarkt, een kinderdagverblijf of een politieke partij is. In de missie wordt aangegeven waar de organisatie voor staat, wat ze wil betekenen voor haar klanten, medewerkers, aandeelhouders en andere belanghebbenden. Het hele scala aan communicatiemiddelen wordt er voor ingezet: websites, jaarverslagen, brochures, etc.

De missie wordt meestal samengevat in een mission statement, een plechtige verklaring waarin wordt aangegeven wat er van de medewerkers wordt verwacht. En als u mijn stukjes vaker leest dan weet u dat ik dit toejuich. De werkgever kan wat mij betreft niet duidelijk genoeg zijn naar haar werknemers. Maar helaas gaat het hier vaak mis. Het taalgebruik is zo wollig dat de medewerkers vaak de moed in de schoenen zakt nog voordat ze beginnen te lezen.Het lijkt soms alsof complete managementboeken verwerkt worden in het formuleren van de missie. ‘Wij zijn een breakthrough Company die return on investment wil realiseren door acquisities’. Ik vraag me af wat de medewerkers van bijvoorbeeld een aannemersbedrijf daarmee kunnen. Waarschijnlijk niets. Of wat te denken van het mission statement ‘don’t ask but act’ in een bedrijf waar 80% van de medewerkers geen woord over de grens spreekt. Waar gebeurd! Hou het simpel zou ik zeggen. Zoals bij een van mijn opdrachtgevers.
Daar hangen posters met daarop de waarden die belangrijk zijn voor het bedrijf. Gericht op de eigen medewerkers en de onderlinge samenwerking. Er zijn vijf kernwaarden omschreven: Zoals voorbeeldgedrag:’ positief denken en doen is belangrijk en we delen regelmatig een schouderklopje uit’. Of verantwoordelijkheid: ‘afspraak is afspraak, wat we beloven doen we en fouten maken mag’.

Het doel van een missie is volgens mij dat je met elkaar in gesprek komt over de zaken die belangrijk zijn in de onderlinge samenwerking. Bij ons in huis hebben we daarvoor geen website of brochure, maar… de muurtegel!
Op ons toilet hangen de tegels die ik van mijn Oma kreeg, met mijn favoriet: ‘Wie in zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid bij een ander niet’. Dat is pas een missie. Voor onze hele organisatie, lees ‘ gezin’. Tegeltjes worden vaak geassocieerd met de keuken van Oma. Het impliciete aan de spreekwoorden en gezegden vind ik zo mooi. Ze dwingen je tot nadenken, en ze zeggen iets over degene die ze ophangt. Zo hangt bij een manager die ik coach de tegel aan de muur: ‘Stress: het gevoel dat je krijgt wanneer je hart ‘nee’ zegt en je mond ‘ja, heel graag’. Kijk, daar moet je over nadenken, het roept een reactie op en brengt een gesprek op gang. Zo ontstaat communicatie, en daar gaat het om.

Jacqueline van Vreden

Eerder verschenen in Tubantia