Wat wil je later worden? Deze vraag komt regelmatig terug tijdens gesprekken die de kinderen onderling hebben. Vooral als mijn jongste dochter bezig is een vriendenboek in te vullen waar deze vraag standaard gesteld wordt. Bij haar speelt het zich nog af op het niveau van ‘prinses of dierenarts’, voor mijn oudste dochter wordt het allemaal wat serieuzer. Ze heeft haar profiel gekozen en daarmee al stappen heeft gezet in een bepaalde richting. Goed ondersteund door de mentor en bij twijfel ook nog door de decaan van de school. Een decaan die ook haar best doet de meisjes te interesseren voor de techniek. En ik kan niet anders zeggen dan dat de tijden positief veranderd zijn. De decaan op mijn middelbare school was heel duidelijk in zijn advies voor de meisjes in 6 VWO. Een jaar Schoevers in Arnhem, dat was de beste keuze. Dan had je dat alvast en typevaardigheid komt altijd goed van pas! Een advies wat ik in ieder geval in de wind heb geslagen, en waarmee ik mijzelf en de baas waar ik voor zou moeten werken, voor grote rampen heb kunnen behoeden. Ik heb me achteraf wel eens afgevraagd of de beste man persoonlijk belang had bij die onderwijsinstelling, maar dat terzijde.

Wat wil je later worden? Mooi als alles nog voor je open ligt, maar wat te doen als later nu is en je plotseling je baan verliest. In onze samenleving wordt iemand vaak getypeerd door zijn of haar beroep: men is leraar, timmerman of journalist. Hoe vaak stellen we een onbekende niet de vraag; ‘wat doe je’? Om ons een beeld te vormen van anderen, zijn baan en functie een belangrijk referentiekader. Het verlies van een baan voelt als een heroriëntatie op de vraag; ‘wie ben ik’? Zoals Menno overkwam. Menno is makelaar in hart en ziel. Helaas is hij als gevolg van de malaise op de huizenmarkt zijn baan kwijt geraakt. En dat komt hard aan. Want deze baan bepaalt zijn identiteit en het verlies daarvan voelt voor hem of hij een deel daarvan kwijt is. Samen met Menno ben ik gaan kijken welke vaardigheden hij heeft. Zijn contactuele eigenschappen, commerciële drive en contracterend vermogen. Maar ook zijn netwerkkwaliteiten, flair en initiatief. Je bent niet meer de makelaar maar je beschikt wel over een aantal competenties. Samen hebben we dat besproken en gekeken naar andere mogelijkheden die passen bij zijn interesses en ervaring. Zijn vaardigheden kan hij ook in andere werkgebieden inzetten. De beste manier om met het verlies van een baan om te gaan is, dat je optimistisch blijft, zicht krijgt op wat je kunt en de stappen zet die dit dichterbij brengen. Verlies van een baan hoeft niet te betekenen dat je je eigenwaarde kwijt raakt. Eigenwaarde zit hem ook in de manier waarop je zelf de situatie hanteert. We zijn meer dan de baan of functie die we vervullen en dat besef is misschien wel het mooiste wat we kunnen ‘worden’.

Jacqueline van Vreden

Eerder verschenen in Tubantia